Rauwe randjes in Oost Europa
- Mari&Eva
- Apr 23, 2019
- 5 min read
Updated: Apr 28, 2020
Het is 25 maart, net na het passeren van de grens met Slowakije trekt de stormachtige wind nog verder aan. We zien Bratislava al liggen aan het einde van de dijk waar we op fietsen. De dijk doorkruist een uitgestrekte zanderige leegte. De windvlagen zorgen voor spectaculaire zandgordijnen en we houden ons stuur krampachtig vast. Naast elkaar fietsen is te gevaarlijk en Eva is al een stukje vooruit. De zoveelste windvlaag beukt Mari naar de rand van de dijk maar de windvlaag houdt aan en ze valt en zet zich af van haar fiets. Ze vliegt over de kop en haar fiets vliegt over de kop en 2 sec later belanden ze beide onder aan de dijk naast de autoweg netjes op voet en wiel. Van schrik begint Mari te schaterlachen en de bestuurder van de auto die haar tegemoet rijdt kijkt haar met grote ogen en open mond aan en rijdt langzaam verder.
Zo tuimelen we Oost- Europa in.
Wenen en Bratislava liggen op slechts 70km afstand van elkaar maar met het passeren van de Slowaakse grens verdwijnt het Duits en daarmee ook veel contact met de lokale bewoners. Het is ook het moment dat fietspaden schaars worden. Na één dag Slowakije rijden we Hongarije binnen. 'Üdvözöljük' (welkom in het Hongaars, hihi deze taal). Als we na 4 dagen door Hongarije Budapest binnen rijden worden we bijna emotioneel. Zo onwerkelijk om in een stad fietsend aan te komen waar we beide eerder heenvlogen.
In Budapest komt ook Wiebe aan (met een bus van 24 uur) die met ons mee gaat fietsen naar Belgrado. Wiebes aankomst is het startsein voor een feestweek. Doordat Wiebe vakantie heeft krijgen wij ook helemaal het vakantiegevoel. Het is super lekker weer, we zwemmen in de Donau en gaan voor het eerst wildkamperen. Onderweg naar Belgrado maken we een kleine omweg langs Balastya waar een vriendin van Mari woont. Haar vader is de burgemeester van het dorp en tijdens de eerste avond schenkt hij iedereen Palinka (pruimen schnapps) in zegt "Dear guests, welcome to Balastya". We laten ons 2 dagen lang ongegeneerd verwennen, slapen in zijdezachte bedden, eten heerlijke hapjes en giechelen veel om de manier van communiceren in dat huis. Ze praten niet, ze schreeuwen. Als we later op de familie boerderij komen blijkt het harde praten een functie te hebben; vader en dochter hebben moeiteloos een praatje als de een de paarden voert en de ander 200m verderop planten watergeeft. Helemaal bijgekomen fietsen we door naar het zuiden.
Eenmaal in Belgrado voegt ook Riet zich bij het reisgezelschap. We eten en drinken en
lopen en drinken en eten nog wat meer. O en we dansen in een schimmige tent met de lokale tieners tot 23:00 stipt want dan gaan de lichten aan en vertrekt iedereen braaf naar huis, heerlijk.
Nadat Riet en Wiebe weer naar huis zijn gevlogen blijven wij nog een nachtje langer in Belgrado voordat we verder fietsen omdat Mari een onduidelijke infectie heeft. Vanaf daar volgen we de Eurovelo 6 (een gemarkeerde Europese fietsroute over onverharde paden en autoluwe wegen).
Buiten Belgrado belanden we op een afgelegen modderige dijk waar af en toe boerderijen aan liggen. We leren snel dat een boerderij (maar eigenlijk elk huis) in Servië niet compleet is zonder een compleet opgefokte hond met extra scherpe tanden. Dat was dus even schrikken. Onze eerste reactie is in paniek zo hard mogelijk doorfietsen. Later leren we dat je juist moet afstappen en met een superieure ongeïnteresserde blik de honden moet aankijken en ze in gedachten naar de hel moet sturen. Dat is net niks voor ons maar gewapend met stenen en ondertussen een berg aan ervaring met de honden, beginnen we zowaar stoer te worden!
De route gaat door de Iron Gates, de langste en diepste gorge van Europa en de grens tussen Servië en Roemenië. Het is machtig mooi met stijle rotswanden van 500m hoog aan beide kanten. Dat het onafgebroken regent is niet echt een feest maar maakt de uitzichten af en toe nog spectaculairder.
Na de Bulgaarse grens verlaten we de Donau en navigeren we op goed geluk dwars door Bulgarije. Dit betekent het oversteken van verschillende bergketens en dagen die gevuld zijn met stijgen en dalen. We worden snel beter in het overwinnen van hoogtes en de uitzichten waar we mee beloond worden na uren klimmen maken alle verwensingen: 'fuck deze shit', 'WE MOETEN DOOR', 'ik wil naar huis', weer ongedaan.
We fietsen door afgelegen bergdorpen waar campings en hotels schaars zijn. Daarom besluiten we op een dorpsplein aan vriendelijk uitziende vrouwen te vragen of we in hun tuin mogen kamperen. De vrouwen kijken ons aan alsof we aliens zijn en zeggen giechelend: 'nee'. Totdat een van de vrouwen terugkeert met haar man in de auto en gebaart dat we de auto moeten volgen. Ze blijkt 6 km en 200 hoogtemeters (!!!!) verderop te wonen. We fietsen zo hard we kunnen achter de auto aan die op elke heuvel weer 5 minuten op ons moet wachten. Totaal bezweet komen we in het dorp van 8 huizen aan. Er wordt een fantastisch diner voor ons bereid waarbij we communiceren met gebaren en Google Translate. We mogen in het huis van een familie vriend slapen. Alhoewel slapen, de man stookt het haardvuur in onze kamer nog even lekker op voor de nacht en we blijken niet goed bestand tegen de 30 graden die het is in de kamer.
Twee nachten daarna besluiten we dat we onze angsten moeten overwinnen en gaan we wildkamperen in een bergdorp. Een jongen uit het dorp die goed Engels spreekt neemt ons op sleeptouw en brengt ons naar een miniparkje bij een monument. Daar is het veilig. De dorpsvrouwtjes vinden het maar niks en geven de jongen op zijn donder. "Dit kan niet zomaar, je moet toestemming van de burgemeester hebben". Het gemeentehuis blijkt al dicht. Onze vriend weet wat dat betekent, de burgemeester is al in het café. Daar aangekomen blijkt dat de burgemeester zichzelf al onder tafel gezopen heeft en laat weten dat we NIET welkom zijn. Onze lokale gids is onvermoeibaar en brengt ons stiekem naar een verlaten hoekje achter een paardenboerderij waar we onze tent opzetten. De nacht is helder en we slapen niet veel, bang voor eventuele dronken dorpsgekkies. 's Ochtends worden we wakker gemaakt door onze vriend die zelfgemaakte yoghurt, lokale pasteitjes en warme thee meebrengt. Het is heerlijk en laat ons snel de brakke nacht vergeten.
Nu zijn we in Plovdiv, Oost Bulgarije. Mari's onduidelijke infectie is nog steeds niet over en dus besloten we naar het ziekenhuis te gaan. Helaas sprak niemand Engels en bij de receptie waren ze zo bang voor ons dat Mari niet werd geregistreerd en dus niks hoefde te betalen voor een consult van de dermatoloog. Het consult (in gebaren en in een paar woorden Duits) was als volgt: antibioticazalf smeren en een week niet fietsen. 's avonds werd vriendin en huisarts Marleen in Nederland nog ingezet en dat was heel geruststellend. Mari heeft een oppervlakkige infectie die onschuldig is en waar ze niet aan gaat bezwijken. We nemen dus een paar dagen rust.
En zo is het dus sinds de laatste blog een stuk avontuurlijker geworden: minder Warm Showers en de eerste keren wildkamperen en aankloppen bij vreemden. Uitdagender fietsen met afgelegen bergweggetjes en ruige natuur maar ook regionale snelwegen met veel vrachtwagens. De mensen blijven overal hartelijk en ontzettend gastvrij ook al lijkt er in de dorpen waar we doorheen rijden veel armoede te zijn en weinig perspectief voor de mensen die er wonen.
De afgelopen maand kwam binnen, was rauw en prachtig maar ook intens en vermoeiend.
Op naar Turkije waar ontzettend veel Warm Showers hosts zijn, vrienden ons komen bezoeken en de zomer gaat beginnen....
23 maart 2019 tot 25 april 2019
Comments