top of page
Search

Het staartje van Centraal Azië

  • Mari&Eva
  • Apr 16, 2020
  • 10 min read

Updated: Apr 28, 2020

De grens tussen Tadzjikistan en Kirgizië ligt op 4300 meter hoogte en markeert het einde van het Pamir plateau; we gaan eindelijk naar beneden. We dalen af naar een comfortabele 3200 meter waar de wind minder sterk, de zon minder fel en het zuurstofgehalte minder laag is. Ineens is er weer groen gras en overal zijn yurts met paarden. Het is sprookjesachtig. We fietsen naar het eerste Kirgizische dorp, Sari Tash, waar we samen met Sarah en Pedro (een Iers/Portugees fietsstel) een guesthouse zoeken.


Als we WhatsApp openen komen we erachter dat onze vrienden Andreas en Michelle; het Zwitserse stel die in een oude politiebus genaamd Selma onderweg is naar Vladivostok, ook in Sari Tash zijn. Ze zijn speciaal voor ons hierheen gereden en verrassen ons met een zelfgemaakte appeltaart, verse cappuccino en een overvloed aan tomaten. We zijn zo dankbaar dat we bijna moeten huilen en Andreas en Michelle informeren zorgelijk naar onze ontberingen van de afgelopen maand.


Doordat onze Zwitserse vrienden er zijn (en we dus beschikken over vervoer met een motor) besluiten we een klein uitstapje van de route te maken naar het Peak Lenin Base Camp. Peak Lenin is een bergtop van 7145 meter hoog en bij helder weer goed zichtbaar. Op 4000 meter hoogte zijn twee yurt kampen gemaakt. Een voor een idyllische overnachting en de ander als uitvalbasis voor de bergbeklimmers die deze top in bijna een maand bedwingen. Sarah en Pedro besluiten ook mee te gaan en zo rijden we met z’n zessen in de politiebus over zandpaadjes naar het eerste yurt kamp.


Eenmaal aangekomen zijn alle fietsers blij dat ze even niks hoeven. Andreas en Michelle kijken ons vol ongeloof aan als we zeggen liever hier blijven om een beetje te tekenen. Zij rennen daarom met z’n tweeën één van de bergflanken op terwijl wij rustig in de namiddagzon gaan zitten. Die avond slapen we met zijn zessen in een yurt. Wat enigszins problematisch is, is dat de temperatuur ongeveer 40 graden is door de grote hoeveelheden yak poep die zijn aangestoken in het midden van de yurt. Het gevolg is dat we binnen puffend en half naakt op 4000 meter hoogte zitten te kaarten terwijl het buiten 0 graden is. De omgeving is prachtig, het is zonnig en de lucht is kraakhelder. De besneeuwde bergtop en gletsjers zijn de hele tijd goed te zien. We maken een wandeltocht naar één van de gletsjers. Maar we gaan langzaam doordat de een na de ander diarree krijgt. Eerst Pedro, dan Sarah en dan Eva. Doordat het al bijna donker is als we terugkomen besluiten we met zijn allen in de politiebus te slapen en niet die avond nog terug te rijden.


We worden de volgende dag door Andreas en Michelle afgezet in Sari Tash om vanaf daar verder te fietsen naar Osh 185 km verderop. Al is het relatief nog maar een klein stukje en zijn de wegen (in tegenstelling tot in Tadzjikistan) heel goed, toch genieten we er niet echt van. De maand in Tadzjikistan was prachtig maar ook ongelofelijk vermoeiend en we kijken dus vooral uit naar onze aankomst in Osh. Osh is het officiële einde van de M41/Pamir Highway en ook de eerste echt grote stad na de hoofdstad van Tajikistan, Doesjanbe. We hebben het al weken over Osh, dit is namelijk de stad met pizza, hamburgers, cappuccino’s en prettige warme temperaturen. We zijn toe aan een beetje luxe en een paar dagen echte rust. En eerlijk is eerlijk Osh stelt niet teleur. Er is een camping met buffet, een hipsterbar, wifi om mee naar Nederland te bellen en heel veel fietsvrienden die een paar dagen eerder aankwamen of juist later.


Na 4 nachten Osh nemen we afscheid van Sarah en Pedro waar we meer dan 3 weken mee samen hebben gefietst. Sarah en Pedro gaan dwars door Kirgizië en proberen daarbij zoveel mogelijk verharde wegen te vermijden. Wij zijn wel een beetje klaar met hobbelen over zandwegen en besluiten de hoofdweg naar Bishkek (de hoofdstad) te nemen.


We wijken hier kort van af om een bezoekje aan Oezbekistan te brengen vanuit Osh. Vijf weken geleden zijn we namelijk door een groep vrouwen in Samarkand uitgenodigd om hun te bezoeken in Andijan. De hoofd uitnodiger is Mohinur, een Engels docente van een jaar of 25 met wie we via Facebook contact hebben. Haar broer wacht ons ergens op, we worden in een taxi gestopt, onze fietsen in een andere taxi en komen aan bij het huis van de oom en tante van Mohinur. Hier worden we met open armen ontvangen in een huis met een grote koele binnentuin en muren belegd met schitterende tegeltjes.


Samen met Mohinur en haar twee nichtjes nemen we plaats in de eetkamer. Al snel vergezellen ook de andere vrouwen van haar familie ons. Iedereen is gekomen om met ons te eten. Er is plov gekookt volgens authentiek familierecept. Plov bestaat uit rijst, uien, wortels en het vlees van welk dier er op dat moment voorhanden is, het liefst druipend in het vet. Het is een typische Centraal Aziatisch gerecht dat wij al maanden eten en het smaakt precies zoals het klinkt: simpel, voedzaam maar ook een beetje vies. De vrouwen vinden ons allemaal veel te dun en elke keer als we niet kijken doen ze snel stukjes vlees (alom bekend als het lekkerste onderdeel van plov) bij ons in het bakje. Na het eten speelt een nichtje nog een lied voor ons op de tar, een traditioneel Oezbeeks instrument, wordt Eva “knappe Harry Potter” genoemd en komen we er achter dat Mohinur een huwelijksaanzoek heeft gekregen. Ze heeft totaal geen behoefte om met hem te trouwen, de jongen is volgens haar namelijk dik en saai. Maar aan haar langgekoesterde idee dat ze ooit hopeloos verliefd gaat worden met oneindige romantiek begint ze ook een beetje te twijfelen. En aan de andere kant is hij wel aardig en kregen wij vooral het idee dat nee zeggen haar nogal een gedoe leek, ze moet een keertje trouwen en al haar vriendinnen zijn haar al voorgegaan, ze wordt ‘oud’.


Al snel wordt duidelijk dat deze mensen erg op hygiëne gesteld zijn en dat ze ons maar vieze fietsers vinden. Ongeveer elk uur horen we “Mari, Eva, come wash your hands” en dan moeten we onze handen en gezicht wassen. Eva ontwikkelt de theorie dat de toenemende woestijn in Oezbekistan een gevolg is van het uitbundig water gebruik om jezelf schoon te maken. Ook over onze kleren hebben de dames duidelijk een mening. Als we de volgende ochtend uit bed komen slaat een tante één blik op Mari’s blouse (een witte linnen blouse tegen de hitte) en zegt dan dat ze deze onmiddellijk uit moet doen zodat zij hem kan strijken. Vervolgens krijgt Eva een sportieve lichtblauwe mini rok die ze over haar fietsbroek kan aantrekken en staat Mohinur erop om ons alle twee nog een cadeau te geven. Hiervoor loopt ze (niet onverwacht) een kledingwinkel in. Mari krijgt een T-shirt en Eva kiest uiteindelijk een paar groene sokken. We bedanken ze honderd keer, beloven terug te komen en fietsen in onze nieuwe outfits richting Kirgizië.


Eenmaal terug in Kirgizië volgen we de hoofdweg naar Bishkek, de hoofdstad die nog ongeveer op 600 km afstand ligt. Elke dag stijgen we meer dan 1000 meter maar gelukkig is de kwaliteit van de weg goed en rijden we langs indrukwekkende turquoise meren en roodbruine bergwanden. Na 4 dagen moeten we ineens nog een 3300 meter pas over (even over het hoofd gezien…) en de dag daarvoor regent het de hele dag. Pas als we langzaam naar boven fietsen realiseren we ons wat dat betekent: sneeuw! Het is de eerste keer dat we door de sneeuw fietsen en het is super magisch maar helaas ook ongelofelijk koud. Er staat een snijdende wind die ons nog verder afkoelt en als we een paar woonwagens zien vlak onder de top kloppen we bibberend aan. We worden warm onthaald door een ouder echtpaar en krijgen thee, brood en zelfgemaakte honing om een beetje op te warmen. Op de top wacht ons nog een verrassing. Russen met wodka! We zetten onze stoeltjes in de sneeuw, proosten, worden een tikkie dronken en kijken uit over eindeloze besneeuwde toppen die afsteken tegen de felblauwe lucht. Overmoedig racen we veel te hard naar beneden. In Bishkek worden we opgewacht door Leila, een oude bekende van Mari. Vijf jaar geleden heeft Mari twee maanden lang vrijwilligerswerk gedaan in Bishkek en zo een boel bijzondere types ontmoet. We overnachten op een van de grappigste plekken van de reis; in Leila’s kinderdagverblijf. We slapen in de knutselkamer op 6 kindermatrasjes per persoon. In de ochtend mogen we met de kinderen mini bakjes havermout mee ontbijten op mini stoeltjes.


We hebben niet lang meer voordat we voor ons visa in China moeten zijn. Daarom besluiten we het stuk tussen Bishkek en Almaty in Kazachstan grotendeels te liften en in één dag de 300 km af te leggen en zo twee dagen te winnen. Het plan is om tot 15:00 uur te fietsen en dan te gaan liften. Helaas gaat het liften allesbehalve soepel en worden we pas om 16:00 uur een stukje meegenomen. Vervolgens staan we op de grote weg en krijgen daar al snel een lift van een vrachtwagenchauffeur met een vrachtwagen uit de Betuwe! Zijn vrachtwagen zit vol met kiwi’s uit Italië (!!!) en hij is na een maand weg te zijn geweest bijna weer bij zijn vrouw en kind in Almaty. We hebben dus geluk (denken we) want deze man rijdt in een keer door naar Almaty en vanaf daar kunnen we dan het laatste stukje fietsen naar onze Warmshowers host.


Zo’n 50 km voor Almaty vragen we waar hij eigenlijk precies heen gaat en dan blijkt dat hij naar een industrieterrein 20 km buiten Almaty gaat om de kiwi’s af te leveren. Bij Eva gaan alle alarmbellen af. De belangrijkste regels bij het liften zijn: 1. niet bij vrachtwagenchauffeurs en 2. niet in het donker. Omdat het liften zo lang duurde wordt het ondertussen schemering en we zijn zojuist van de hoofdweg afgeslagen richting een industrieterrein met waarschijnlijk vage truck vrienden. Kortom: alle rede tot paniek. Mari blijft gelukkig rustig. De chauffeur is namelijk echt een lieve schat en daarnaast staan we constant in de file dus echt iets engs zal er niet gebeuren. We komen er achter waar we precies heen gaan en zien op de kaart dat 4 km daarvandaan een hotel is. Dat lijkt ons een stuk ontspannener dan in het donker, met kapotte lichten naar Almaty fietsen. Als we willen inchecken bij het hotel is de eerste vraag: “Hoeveel uur?” uhhh gewoon een nacht? Dan kijken we om ons heen naar de koelkast vol champagne, de shotglaasjes en de rood glimmende dekens. Ook hebben we buiten al gezien dat naast ons een nachtclub en sauna in één zit en begint het te dagen. Dit is niet zomaar een hotel, dit is een seks hotel. We besluiten dat we geen keus hebben, zijn blij dat het hotel wordt gerund door een lieve mop van onze leeftijd en dat de deur op slot kan. In het hotel worden we al snel aangesproken door een gigantische man waarvan niet helemaal duidelijk is of hij daar werkt of daar ook slaapt. Duidelijk is wel dat hij een praatje met ons wil. We besluiten dat we hier nu even te moe voor zijn, wimpelen hem af en gaan beneden shoarma eten. Na ons tweede shoarmabroodje komt dezelfde man binnen en stapt resoluut naar ons toe en stelt zichzelf voor als Dima. Misschien niet onverwacht maar nu we in een seks hotel slapen is de behoefte aan een gezellig gesprekje met een man zeer klein en vooral een tikkie bedreigend. We zijn dan ook zo bot mogelijk. Dima blijkt alleen net naar een dorp verderop gereden te zijn en een ontbijt voor ons te hebben gekocht bestaande uit yoghurt, fruit en chocola. Ook vraagt hij of er problemen zijn met onze fiets? Nee hoor zeggen we, alleen wat kleine dingetjes. Niks ergs.


De volgende ochtend worden we om 07.00 uur gewekt door Dima die op de deur klopt met: verse cappuccino’s en broodjes hotdog. We hebben besloten dat er niks bedreigends aan hem is en komen naar beneden om met hem te ontbijten. We merken nu ook dat hij totaal niet met ons bezig is. Hij is namelijk ongedurig naar de weg aan het kijken om te wachten op een vriend van hem. Deze fietsvriend is namelijk ook fietsenmaker en is opgeroepen om onze fietsen te komen controleren (let op: het is zondagochtend 07.30 uur). De jongen komt slaperig aan en gaat aan onze fietsen sleutelen. Nu wordt ook ineens duidelijk waarom Dima zo ontzettend vriendelijke is hij is zelf ook een fietser en wil alles weten over onze reis. De fietsen worden ondertussen bijgesteld waarna we dankbaar en extra soepel Almaty in fietsen.


Almaty is met 1,8 miljoen inwoners de grootste stad van Kazachstan en was tot 1997 de hoofdstad. Ook is het de meest moderne stad van het land. We genieten van de cappuccino’s op terrasjes, de supermarkten vol peperdure geitenkaas en de bakkers met vers brood. Ook genieten we van ons heerlijke appartement dat we helemaal voor onszelf hebben want onze Warmshowers host is deze week toevallig weg. Maar zolang we de vissen eten geven mogen we zo lang blijven als we willen. Het blijft echt ongelofelijk dat mensen alles delen wat ze hebben.


Ook onze fietsvrienden Thijs en Nienke (bekend onder de lezers uit Georgië, Azerbeidzjan, Kazachstan of Tadzjikistan) zijn in Almaty en we spreken af om met z´n vieren naar de Chinese grens te fietsen. We moeten in de ochtend even wachten op Thijs zijn tandarts bezoek: 3 gaatjes in een halfjaar! Het gevolg van de grote hoeveelheden cola en koekjes die je als fietser dagelijks drinkt en eet…


Het is nog vijf dagen fietsen naar de grens en de weg bestaat vooral uit grote wegen met helaas een constante wind tegen. De omgeving is onverwachts Nederlands, vlak en vol appelboomgaarden. Almaty is namelijk de stad van de appels. We merken al snel dat de mensen hier erg trots op zijn. Elke keer als een truck ons passeert die appels vervoert stopt deze en krijgen we er alle vier eentje. De appels zijn gigantisch, zeker de grootste die we ooit hebben gezien en al snel fietsen we allemaal met zo’n 4 kilo fruit. Lekker zijn ze gelukkig wel.


Als we ergens aan de kant van de weg zitten te lunchen springt er een jongen over de vangrail die zich voorstelt als professioneel lifter. Hij is twee dagen geleden uit Moskou vertrokken en verwacht binnen drie dagen in Thailand te zijn. Hij zag onze fietsen staan en besloot meteen uit te stappen. Een nieuwe lift is makkelijk te vinden. We geven hem een kopje thee en hij deelt zijn oma’s zelfgemaakte jam met ons. Een wonderlijke ziel.


We maken een kleine omweg van de snelweg om de Charyn Canyon te bezoeken. Deze wordt geadverteerd als de Grand Canyon van Centraal Azië maar dan zonder de toeristen. Na een enigszins hobbelige afdaling kunnen we voor ongeveer 2 kilometer door de Canyon fietsen en aan het einde is een mini camping aan een rivier. Hier slapen nog een aantal andere verdwaalde reizigers en we drinken heerlijk bier en badderen in de rivier. De volgende ochtend is het alleen zaak om ook weer naar boven te komen en dat blijkt helaas een stuk lastiger. We tillen in de hitte onze tassen en fietsen op een trap 200m naar boven. Gelukkig schiet een schoolklas vol hippe tieners ons te hulp. Als we boven komen worden we door de uiterst gastvrije Kazachen uitgenodigd om mee te barbecueën. Uiteraard duurt het niet lang voordat er drank verschijnt. Aangezien het dit keer champagne is weigeren we zeker niet… De laatste dagen vechten we verder tegen de genadeloze oostenwind in de dorre vlaktes. De derde avond kamperen we op 30km voor de grens in een soort vaag, lawaaiig bosje naast de snelweg. Alles om zo vroeg mogelijk China in te gaan. Gebroken rollen we de volgende morgen onze tentjes uit en pakken de tassen in. We zijn gewoon zenuwachtig want vandaag gaat het gebeuren: We gaan eindelijk China in fietsen!


27 augustus 2019 - 23 september 2019




 
 
 

Comments


© 2023 by NOMAD ON THE ROAD. Proudly created with Wix.com

bottom of page